Al Gama’a al Islamiyya (GI)

Naam organisatie Al Gama’a al Islamiyya (GI) (De islamitische groep)
Aliassen
Land / regio (oorsprong)
Operationele gebieden
Classificatie en ideologie

Jihadistisch terrorisme.

Doelen
  • Het doel van de GI is het omvormen van Egypte tot een islamitische staat, onder het gezag van de sharia en de verwijdering van non-islamitische invloeden. Daarbij richtte de GI zijn geweld niet alleen op de Egyptische staat, maar ook op de Koptische christenen en op westerse/Amerikaanse doelwitten. 

Literatuur: ‘Foreign Terrorist Organizations’, Congressional Research Service, 06/02/2004

Omvang (in personen) Onduidelijk
Kleur Groen.
Laatste activiteit Geen informatie beschikbaar
Laatst gewijzigd

Operationele gebieden

Huidige bekende operationele gebieden

Achtergrond

Korte geschiedenis

In 1977 splitste de GI zich af van de Moslimbroederschap, een organisatie die in 1970 publiekelijk afstand nam van het gebruikmaken van geweld tegen de seculiere Egyptische staat. Aan het eind van de jaren zeventig begon de toenmalige Egyptische president Anwar Sadat met het invoeren van hardhandige maatregelen tegen islamitische strijders. Dit leidde Sheikh Omar Abdel al-Rahman, spirituele leider van de GI, ertoe om een fatwa uit te vaardigen waarin hij een religieuze rechtvaardiging gaf voor het vermoorden van Sadat. De GI was vervolgens samen met de Egyptische Islamitische Jihad (EIJ) verantwoordelijk voor de moord op Sadat in 1981. Sadat’s opvolger, Hosni Mubarak, voerde in de jaren 1980 en 1990 een repressief beleid ten aanzien van de GI en andere extremistische groeperingen. In deze periode vluchtten veel islamitische strijders naar Afghanistan, waar zij deelnamen in de oorlog tegen de Sovjet Unie. GI leden vochten toentertijd samen met andere radicale groeperingen, waaronder al Qa’ida. Begin jaren negentig hervatte de GI haar aanslagen op Egyptische strijdkrachten, veiligheidsdiensten, westers georiënteerde intellectuelen en toeristen in Egypte. Na de mislukte aanslag van de GI (in samenwerking met de EIJ) op president Mubarak in 1995 werden honderden leden opgepakt, waardoor de organisatie nagenoeg was uitgeschakeld. Desalniettemin wist de GI een aanslag uit te voeren bij Luxor in 1997 waarbij in totaal 62 mensen om het leven kwamen. Na deze aanslag viel de groep uiteen in twee verschillende facties.

De groep die onder leiding kwam van Mustafa Hamza begon onderhandelingen met de Egyptische regering waarin de GI het geweld zou afzweren in ruil voor de vrijlating van duizenden gevangenen. In 2003 werden de eerste 900 islamitische militanten vrijgelaten, een jaar later kwamen er nog eens 700 vrij. Een andere factie, onder leiding van Rifa’i Taha Musa weigerde het geweld af te zweren. In augustus 2006 maakte Ayman al-Zawahiri, tweede man achter Osama bin Laden, bekend dat de GI zich had aangesloten bij al Qa’ida. De GI leiders in Egypte ontkenden deze fusie echter en zouden uit zijn op ‘vreedzame samenwerking’ met de Egyptische staat. GI ontwikkelde zich sinds 2009 tot een groep die zich richt op prediking en missionair werk. In februari 2011 organiseerde GI voor het eerst in jaren een openbare bijeenkomst. Na de revolutie in het voorjaar van 2011 richtte leden van GI in juni een politieke partij op: Hizb El-Benaa Wa El-Tanmia‎ -- Partij voor Opbouw en Ontwikkeling. Deze partij wordt beschouwd als de politieke vleugel van GI. Het deed mee aan de parlementsverkiezingen als onderdeel van de Islamitische Alliantie die geleid werd door de salafistische Salafi Al-Nour Partij. Deze alliantie won dertien zetels.

Literatuur: Anthony Keats, ‘In the spotlight: Al Gama’a al Islamiyya – Islamic Group’, Center for Defense Information, 02/12/2002; Holly Fletcher, ‘Jamaat al-Islamiyya’, Council on Foreign Relations, 30/05/2008; ‘Country Reports on Terrorism 2008’, U.S. Department of State, april 2009; ‘Over Gama’a al Islamiya’, VPRO Tegenlicht, 06/04/2009; 'Guide to Egypt's Transition', Carnegie Endowment for International Peace, 20/09/2011; 'Islamist Bloc (Al Nour)', Ahram Online, 19/11/2011.

Relevantie voor Nederland

Osama Rushdi Ali, lid van de overlegraad en woordvoerder van GI verbleef in Nederland van 1993 tot 2004. Nadat zijn asielverzoek in Nederland werd afgewezen in 2002 vertrok hij in 2004 naar het Verenigd Koninkrijk. Osama Rushdi Ali was de linking pin tussen GI en de Egyptian Jihad. Osama Rushdi Ali heeft zich tijdens zijn verblijf in Nederland aangesloten bij de ideologische revisies van GI, en uitte kritiek op Ayman al-Zawahiri.

Relevantie voor het Caribisch koninkrijksdeel (Aruba, Curaçao, St Maarten, St Eustatius, Bonaire en Saba)

Geen informatie beschikbaar

Organisatiestructuur

Omvang organisatie/groepering

Onduidelijk

Omvang organisatie/groepering - toelichting

Op haar hoogtepunt had de GI waarschijnlijk enkele duizenden leden en een vergelijkbaar aantal supporters. Mede door het optreden van Egyptische veiligheidsdiensten na de Luxor aanslag in 1997 en het staakt-het-vuren akkoord van 1999, is het aantal leden sterk afgenomen. (‘Country Reports on Terrorism 2008’, U.S. Department of State, april 2009)

Leiders

  • Omar Abdel al-Rahman (1938- ), alias de ‘blinde sjeik’, was tot 1993 leider van de GI. Hij was onder andere verantwoordelijk voor de aanslag op het World Trade Center in New York in 1993 waarbij zes doden vielen. Voor zijn betrokkenheid bij deze aanslag is hij in januari 1996 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Sindsdien zit hij zijn straf uit in een cel in North Carolina (Verenigde Staten). Één van de inspiratiebronnen van al-Rahman is het gedachtegoed van de islamitische geleerde Ibn Taymiyya (1263 -1328), die stelde dat een ware moslim de plicht heeft zijn leiders te doden als die hun bevolking geen islamitische wetgeving (sharia) oplegt. Het werk van Taymiyya wordt nog steeds uitgegeven en was populair bij de oprichters van de GI in de jaren zeventig. Ook de radicale Egyptische denker Sayyid Qutb (1906 - 1966) vormde een inspiratiebron voor de oprichters van de GI.
  • Mustafa Hamza, alias Abu Hazem. Na de Luxor aanslag in 1997 viel de GI uiteen in twee facties. Één van deze facties werd vanaf toen geleid door Hamza. Hij pleitte voor een meer vreedzame koers van de groep. (‘Foreign Terrorist Organizations’, Congressional Research Service, 06/02/2004)
  • Rifa’i Taha Musa (1954 -) leidde de andere, gewelddadige factie. In 1998 ondertekende Taha Musa de fatwa van Bin Laden die opriep om een jihad te voeren tegen Amerika. In 2001 publiceerde Taha Musa een boek waarin hij probeert een rechtvaardiging te vinden voor terroristische aanslagen die leiden tot grote aantallen slachtoffers. Er bestaan tegenstrijdige rapporten over zijn verblijfplaats. (Anthony Keats, ‘In the spotlight: Al Gama’a al Islamiyya – Islamic Group’, Center for Defense Information, 02/12/2002)

Bevelstructuur

Uiterst gefragmenteerde structuur. Na de aanslag in Luxor is de GI uiteengevallen in twee verschillende facties. De ene factie wordt geleid door Mustafa Hamza, de andere door Rifa’i Taha Musa.

Literatuur: ‘Country Reports on Terrorism 2008’, U.S. Department of State, april 2009.

Financiële inkomstenbronnen

  • Al Qa’ida financierde in de jaren ‘90 de trainingen van GI-strijders die in Afghanistan verbleven. (Anthony Keats, ‘In the spotlight: Al Gama’a al Islamiyya – Islamic Group’, Center for Defense Information, 02/12/2002)
  • Volgens de Egyptische regering zou Iran de GI financieel ondersteunen of ondersteund hebben. (‘Foreign Terrorist Organizations’, Congressional Research Service, 06/02/2004)
  • Het is mogelijk dat de GI financiële steun krijgt van islamitische non-gouvernementele organisaties. (‘Foreign Terrorist Organizations’, Congressional Research Service, 06/02/2004)

(Internationale) relaties

  • Egyptische Islamitische Jihad (EIJ), eveneens een afsplitsing van de Moslimbroederschap. De GI en de EIJ hebben samen meerdere terroristische acties uitgevoerd. (‘Foreign Terrorist Organizations’, Congressional Research Service, 06/02/2004) 
  • Al Qa’ida. In augustus 2006 maakte Ayman al-Zawahiri, tweede man achter Osama bin Laden, bekend dat de GI zich had aangesloten bij al Qa’ida. De GI leiders in Egypte ontkenden dit echter onmiddellijk. (Holly Fletcher, ‘Jamaat al-Islamiyya’, Council on Foreign Relations, 30/05/2008)

Activiteiten

Wapens en werkwijze

  • Liquidaties van Egyptische regeringsfunctionarissen, waarbij gebruik werd gemaakt van vuurwapens (AK-47 wapens).
  • Executies van Egyptische bankemployees.
     

Recente en/of opvallende activiteiten

Geen activiteiten gevonden

Contraterroristische maatregelen

Geen activiteiten gevonden

Verwijzingen

Links

Literatuur

  • Ewan Stein, ‘What does the Gama’a Islamiyya want now?’, Middle East Report, 2010, pp. 40-45
  • Khaled al-Berry, Life is more beautiful than paradise: A jihadist’s own story, Cairo 2009
  • Nachman Tal, Radical Islam in Egypt and Jordan, Brighton 2005
  • Mahmud A. Faksh, The future of Islam in the Middle East: Fundamentalism in Egypt, Algeria and Saudi Arabia, Westport 1997
  • Tala’t Fu’ad Qasim, Hisham Mubarak, Souhail Shadoud & Steve Tamari, ‘What does the Gama’a Islamiyya want? An interview with Tal’at Fu’ad Qasim’, Middle East Report, januari - maart 1996, pp. 40-46
     

Wat vindt u van de kennisbank?
Doe mee met ons gebruikersonderzoek en help ons mee de kennisbank verder te verbeteren.

Ja, ik doe mee