Terroristische Modus Operandi (MO)

De term ‘modus operandi’ (MO) verwijst naar de specifieke manier waarop een persoon of organisatie terroristische activiteiten uitvoert. Een terroristische MO kan verschillende elementen omvatten, zoals terroristische tactieken en werkwijzen die herkenbaar zijn voor een specifieke groepering of persoon. Een voorbeeld van een terroristische MO is terug te vinden in de aanvallen op 11 september 2001. Bij deze grootschalige aanslagen werden vliegtuigen gekaapt door terroristen van Al-Qa’ida, die zij vervolgens opzettelijk lieten neerstorten op het World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington, D.C. Deze gecoördineerde aanvallen, waarbij meerdere vliegtuigen tegelijkertijd werden ingezet als vernietigingsmiddelen, vormen een duidelijk voorbeeld van een terroristische MO die heeft geleid tot een wereldwijde veranderingen in luchtvaartprotocollen. Andere voorbeelden van terroristische MO’s zijn het gebruik van bomaanslagen, zelfmoordaanslagen, brandstichting, ernstige sabotageacties en terroristisch geweld met vuur- of steekwapens.  

Aanvalsstrategie

Terroristische groeperingen hanteren verschillende aanvalsstrategieën om hun doelen te bereiken. Soms worden deze aanslagen door een enkeling gepleegd. Dat is bijvoorbeeld het geval bij zelfmoordterrorisme, waarbij een individu bereid is om zijn of haar eigen leven te offeren om een terroristische daad te plegen. Voor jihadisten heeft zelfmoordterrorisme een sterke ideologische betekenis. Het wordt gezien als een daad van ultieme opoffering en toewijding aan de zaak van de jihad, waarbij de zelfmoordterrorist wordt beschouwd als een martelaar die beloond zal worden in het hiernamaals.

In andere gevallen vindt terroristisch geweld in groepsverband plaats. Kidnapping, het kapen van vervoersmiddelen zoals vliegtuigen, auto’s en schepen, en verrassingsaanvallen kunnen allemaal onderdeel uitmaken van de aanvalsstrategie. De specifieke strategie die een terroristische groepering kiest, is afhankelijk van hun doelstellingen, lokale context, ideologie, en de middelen waarover ze beschikken. In alle gevallen dienen deze acties echter als manier om angst en onveiligheid te verspreiden in de samenleving. Op die manier proberen terroristische organisaties hun ideologische doelstellingen te bereiken en het vertrouwen in de gevestigde orde te ondermijnen.

Doelwitkeuze

De doelwitkeuze van terroristische groeperingen is een belangrijk onderdeel van hun modus operandi. Vaak richten terroristen zich op symbolische doelen die grote maatschappelijke impact hebben, zoals overheidsgebouwen, religieuze plaatsen, of drukke openbare ruimtes. Zo pleegde een aanhanger van Islamitische Staat in 2016 een aanslag op een kerstmarkt in Berlijn, waarbij twaalf mensen om het leven kwamen. Door dergelijke publieke en symbolische doelen te selecteren, proberen terroristen niet alleen schade toe te brengen, maar ook angst te veroorzaken in de bredere samenleving.

Daarnaast kunnen groeperingen specifieke aanvallen plegen op vooraanstaande personen zoals journalisten, opiniemakers, politici, beleidsmakers of overheidsfunctionarissen. Hiertoe kan de aanslag op Nederlandse filmregisseur en columnist Theo van Gogh gerekend worden – wie in 2004 op straat werd neergeschoten om zijn denkbeelden. Ook richten terroristische groeperingen zich soms op specifieke bevolkingsgroepen, zoals mensen van een bepaalde etniciteit, religie, seksuele voorkeur of (migratie)achtergrond. In 2018 opende een Amerikaanse rechtsextremist het vuur op bezoekers van een synagoge in Pittsburgh, Pennsylvania uit antisemitistische overtuigingen. Bij deze aanslag kwamen elf personen om. In sommige gevallen kan ook economische schade een motief zijn, bijvoorbeeld door aanvallen of sabotageacties te plegen op vitale infrastructuur, zoals bruggen en energiecentrales.

Wapenkeuze

Terroristische groeperingen hanteren een breed scala aan wapens, van conventionele vuurwapens tot explosieven en zelfs geavanceerde technologieën zoals 3D-geprinte wapens en drones. Deze geavanceerde wapens zijn door de opkomst van artificiële intelligentie bovendien steeds makkelijker te ontwerpen, produceren en optimaliseren. Meestal hebben lichte wapens de voorkeur, zoals messen, handvuurwapens en machinegeweren, vanwege hun draagbaarheid en het relatieve vermogen om aanzienlijke schade aan te richten. Het gebruik van zelfgemaakte explosieven is ook een veelvoorkomende tactiek, waarbij terroristen slim improviseren met gemakkelijk en goedkoop verkrijgbare materialen. Sommige groeperingen hebben zich zelfs gespecialiseerd in het gebruik van meer gespecialiseerde wapens, zoals chemische, biologische, of radiologische middelen, waarmee zij op nog grotere schaal schade kunnen aanrichten.

 

Bronnen

  • De Bie, J. L., De Poot, C. J., & Van Der Leun, J. P. (2015). Shifting modus operandi of jihadist foreign fighters from the Netherlands between 2000 and 2013: A crime script analysis. Terrorism and Political Violence27(3), p. 416-440.
  • Kydd, A. H., & Walter, B. F. (2006). The Strategies of Terrorism. International Security, 31(1), 49–80.
  • Marsden, S. V. (2012). Successful terrorism: framework and review. Behavioral Sciences of Terrorism and Political Aggression4(2), p. 134-150.
  • Ministerie van Jusitite en Veiligheid (2023) Begrippenlijst. Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Veiligheid.
  • Nesser, P., & Stenersen, A. (2014). The modus operandi of jihadi terrorists in Europe. Perspectives on terrorism8(6), p. 2-24.
  • Polo, S. M., & Gleditsch, K. S. (2016). Twisting arms and sending messages: Terrorist tactics in civil war. Journal of Peace Research53(6), p. 815-829.
  • Scremin, N. (2016). Ideology, Structure and Modus Operandi: Comparing Terrorist Organizations. Peace Operations Training Institute
  • Spaaij, R. (2012). Modus Operandi. In: Understanding Lone Wolf Terrorism: Global Patterns, Motivations and Prevention (p. 65-76). Springer.
  • Tin, D., Sabeti, P., & Ciottone, G. R. (2022). Bioterrorism: an analysis of biological agents used in terrorist events. The American Journal of Emergency Medicine, 54, p. 117-121.

Wat vindt u van de kennisbank?
Doe mee met ons gebruikersonderzoek en help ons mee de kennisbank verder te verbeteren.

Ja, ik doe mee